In de Lange Dweersstraat, één van de zijstraten naar Koewacht toe ga ik op bezoek bij iemand die zijn hart verloor aan de guitigsten onder het kleinvee. Danny Janssens (°1958) bouwde gedurende 45 jaar zijn eigen kleine geitenboerderij uit onder de naam Capricio.
‘Ik heb altijd al dieren gehouden en gekweekt als hobby. In mijn jonge jaren had ik een grote volière parkieten en hokken met konijnen. Later kwamen er schapen en geiten bij. Deze laatsten namen het terrein over, ik heb er om en bij 40 nu. Het geeft veel werk maar het plezier is groot, ik ben toch graag met mijn handen bezig, met laarzen en werkkledij tussen de dieren ben ik in mijn element. Dat moet ook want werk is er altijd, een grote groep geiten vraagt zorg en tijd. Twee maal per dag de voederronde doen, eventueel medicatie toedienen, neemt al snel 3 uur in beslag. Elke nacht gaan de geiten op stal.’
‘Naast de geitjes heb ik nog heel wat barbarie-eenden en een Shetlandpony te verzorgen, die laatste kon er nog wel bij. Ik heb ook nog een grotere melkgeit gehouden. Van de melk maakte ik dan verse platte kaas, met wat bieslook of een radijsje heel lekker. Behalve voederen moeten stallen gekuist, hooi ververst, hoeven bijgesneden, nagels knippen zeg maar. Vakantie nemen is er niet echt bij. Als een geit aan bevallen toe is moet ik alert zijn, dat zijn dagen dat ik niet veel slaap. Het gebeurt ook dat lammetjes met de fles moeten grootgebracht worden, in dat geval is het ook ’s nachts opstaan.’
Miss- en misterverkiezingen
‘Een mooie waardering voor de zorg voor mijn dieren vind ik door deel te nemen aan de keuringen ter gelegenheid van jaarmarkten. Er gaan dan circa 25 dieren mee in de aanhangwagen. De geitjes worden gekeurd op conditie, type, elegantie en zo meer, een ware miss- en misterverkiezing. De mooiste dieren vallen in de prijzen en ik mag niet klagen, regelmatig ga ik met de eerste prijs naar huis. Het prijzengeld van zo’n jaarmarkt is snel weer besteed aan voeder, voor de winst moet je het niet doen.’
‘Jammer genoeg minderen de prijskampen op jaarmarkten, veel gemeenten vragen enkel nog veehouders om aanwezig te zijn alleen voor de animatie. Op die manier besparen ze op keurders en de noodzakelijk aanwezige veearts en heeft de marktbezoeker toch nog kans om beestjes te kijken.’
‘Je maakt wel wat mee op die jaarmarkten hoor: zo hoorde ik onlangs een ouder tegen zijn kinderen zeggen ‘Kijk wat een mooie kleine koetjes’, of je krijgt de vraag of je deze geitjes in huis kunt houden zoals een kat of hond. Dan merk je weer hoe vervreemd veel mensen zijn van de natuur.
Tegelijk is het ook waakzaam blijven, ook voor bezoekers met kinderen die, hoe goed bedoeld ook, de dieren willen voederen. Je wilt niet meemaken dat giftige planten worden gevoederd of dat onvoorzichtige of onwetende kinderen een kopstoot zouden krijgen van een geïrriteerde geit of bok.’
Houdini
‘Geiten zijn de Houdini ’s van het kleinvee, meester-uitbrekers. Het is al gebeurd dat ik met de auto naar huis kwam, de straat inreed en al van ver zag hoe een groot aantal geiten aan de oprit en de bermen rond het huis aan het grazen waren. Van ver herkenden ze het geluid van de motor van de wagen en spurtten ze de hof op. Nog voor ik geparkeerd was stonden ze met het meest onschuldige gezicht achter de draad alsof er niets gebeurd was. Vindt één geit een zwakke plek in de omheining, de rest volgt. Tegelijk is dat juist het plezierige aan deze dieren, ze zijn zo grappig om bezig te zien, hun schijngevechten, hun speelsheid en verrassend slim gedrag.’
‘In feite zijn deze geitjes best propere dieren, ze ruiken ook lekker. Iets anders is dat bij de bokken, die doen hun best om zo penetrant mogelijk te ruiken. Het lijkt een ongeschreven wet, hoe erger de bok stinkt, hoe geliefder hij is. En geloof me, die bokken doen zelf goed hun best om te stinken. Het is een beetje jammer dat deze reportage in de winter valt, nu staan de dieren op stal en ze staan niet op hun mooist in wintervacht. In de zomer is de vacht korter, gladder en blinkend.’
Voor de foto mogen een deel van de bokken naar buiten waar hun interesse meteen gaat naar de afgevallen bladeren, er is niet veel dat een geit niet eet. Terwijl enkele exemplaren bereid zijn zich te laten fotograferen gaan de andere zich te buiten aan krachtmetingen die de hiërarchie binnen de groep bepalen. Met droge korte kopstoten dagen ze elkaar uit. Eén van de kleinere jonge bokken laat zich niet doen en knalt moedig tegen de kop van een grotere en oudere bok. Danny wijst me erop dat die kopstoten zo hevig kunnen zijn dat ze soms hun hoorns breken. Je wilt daar echt niet tussen zitten met je handen.
Quote:
‘Geitjes zijn best propere dieren, ze ruiken ook lekker.’
Danny Janssens