DAT Stekene heel wat schrijftalent kent, is al bewezen door de Dirk Brackes van deze wereld. Maar ook jong en ongekend talent maakt zijn opwachting. Melissa D’hauwer is zo de laatste in een lange rij auteurs die een eerste boek voorstellen. Gazet Van Stekene wou weten hoe ze dat voor elkaar kreeg.
‘Het begon allemaal een paar jaar geleden. Je pent eens wat krabbels op een notitieblok. Daarna staat er eens wat neergeschreven op de iPad, de laptop volgt. Op een bepaald moment moet je er dan eens mee aan de slag’, begint Melissa. In de vier en een half jaar die volgden schreef ze meer dan 500 bladzijden vol. ‘De ingevingen komen op de meest vreemde momenten. ’s Nachts als je ligt te slapen bijvoorbeeld. Dan moet ik er meteen mee aan de slag, anders raak ik het kwijt.’
Die ingevingen voor haar verhaal waren trouwens meer dan eens gespiegeld aan zichzelf, al besefte ze dat tijdens het schrijven niet: ‘Als ik het boek nu lees, kan ik bepaalde zaken echt linken aan mijn leven de afgelopen vier jaar. Onbewust heb ik er een stuk mijn eigen belevingen in neergeschreven.’
Nu haar eerste boek in de boekenkast staat, zijn er heel wat mensen die richting Melissa gaan met vragen over hoe je daar in godsnaam aan begint, zo’n boek schrijven. Niet per se bij het begin, stelt Melissa: ‘Je moet gewoon beginnen schrijven. Al schrijf je het einde eerst. De rest vloeit er daarna wel uit. Ik heb zelf pas ongeveer halverwege het schrijven mijn beginhoofdstukken geschreven.’
Veel mensen denken geen tijd te hebben om te schrijven, maar dat weerlegt Melissa: ‘Als je jezelf geen deadlines oplegt, maakt tijdsgebrek ook niet zo heel erg veel uit. Je moet het vooral voor jezelf doen, niet voor iemand anders. Er is niemand die zegt dat je met je boek naar een uitgever moet stappen, of dat je er verder mee moet, maar je hebt het dan toch geschreven. Zelfs al begint je verhaal met Er was eens,’ lacht ze.
Sprong in het duister
Een uitgever zoeken, en vinden, is de grootste sprong in het duister, vertelt ze: ‘Ik heb vier uitgevers aangeschreven. Maar daarbij staat op voorhand vermeld dat ze mogelijks pas maanden later antwoorden, of zelfs helemaal niet. Ze waarschuwen ook dat ze nooit zullen zeggen wat er niet goed is aan je boek, als ze beslissen het niet uit te geven. Toen ik mijn eerste negatieve mail kreeg van een uitgeverij bleef ik zo met heel wat onzekerheid en vragen zitten.’
‘Toen er toch een uitgeverij met mij in zee wou gaan, heb ik nog even getwijfeld, en bij het toezeggen ook nog lang boven de verzend-knop gehangen. Zodra ik op verzenden klikte, was het afsluiten, laptop dicht, en even uitblazen.’
Het boek vertelt het verhaal van Eleanor, die na een zware periode haar leven volledig wil omslaan, ze schrijft zich in bij het Britse leger. Wanneer ze rond diezelfde tijd hartendief James tegenkomt, en die toevallig toch wel bij dezelfde legerdienst blijkt te werken, ontstaan er heel wat vonken en spanningen die Melissa uitschrijft over de 246 pagina’s van haar eerste boek. Hoe het daarna verder gaat, schrijft ze neer in deel twee. Of herschrijft ze, beter gezegd: ‘Het volledige manuscript was eigenlijk klaar. Maar de uitgeverij heeft me wel voor de keuze gesteld: ofwel het verhaal opsplitsen, ofwel inkorten. Ik heb dan de eerste keuze genomen. Nu herschrijf ik het tweede deel nog.’
Een volgend verhaal ligt ook al klaar om uitgeschreven te worden, vertelt Melissa, maar eerst even dit afwerken. Haar boek is bij diverse webshops te krijgen. Wij kochten alvast een exemplaar.
Dat een boek niet altijd van een groot auteur hoeft te zijn om vlot te lezen en toch spannend te zijn heeft Melissa met de uitgave van haar eerste boek bewezen, ik kijk al uit naar het 2e deel.
Melissa, ga zo verder op uw ingeslagen pad.