Toen Filip De Beleyr (62) uit Kemzeke 7 jaar was kreeg hij van Sinterklaas een meccanodoos vol plaatjes, blikjes, vijsjes, boutjes, sleutels… dat was zijn ding. Filip bouwde er kranen, auto’s en treinen mee, uren sleutelde hij onafgebroken aan één stuk. Zijn vader voorspelde: ‘Het zal nen mechanieker worden.’ Hoe kon hij het weten!
‘Af en toe ging ik ravotten met vele andere kinderen uit de buurt op het erf bij boer Aben,’ vertelt Filip. ‘De boerin reed toen met een Solex brommer. Af en toe, als ze het niet zag, zette ik me er eens op en reed ik er ‘in mijn gedachten’ stiekem mee weg. Thuisgekomen vertelde ik mijn moeder dat ik later graag een moto zou willen hebben. Ze lachtte het weg en had een alternatief. Met houten spelden voorzag ze mijn fiets van speelkaarten. Als ik reed likten die dan tegen de spaken van mijn wielen en deden zo aan een motorrijtuig denken. Ik was in de wolken, voor even toch althans.’
Geluidsmuur
‘Ik werd 16. Mijn broer had een Hondabrommertje van zijn vrouw in de garage staan, waar niet meer op gereden werd. Ik kreeg het. ‘Enkel gas geven en remmen,’ zei mijn broer. Even de Lamstraat in en testen. Het Hondaatje haalde een snelheid van 40 km/u maar voor mijn gevoel doorbrak ik langzaam de snelheid om de geluidsmuur te doorbreken. Oooh, hemels!’
‘Van mijn 14 jaar werkte ik in de grote vakantie in een Ford garage. Kwestie van techniek beter in de vingers te krijgen en wat bij te verdienen. Op school volgde ik automechanica, zou echt niet geweten hebben wat anders. Zag daar mijn brommercollega’s toe komen met toch wel ander materiaal. Brommers met versnellingen die me prompt voorbij vlogen. DAT moest ik ook hebben. Mijn Honda verkocht, legde al mijn gespaarde geld bijéén en kocht van een maat een Zundapp met 3 versnellingen. Hij dateerde van 1960 en was dus ouder dan ikzelf was. Aftands doch dat was geen probleem. In een mum van tijd gooide ik hem uit elkaar en tufte hij zoals weleer. Mijn passie was geboren’
‘Algauw kwamen er vrienden langs om ‘even naar hun brommer te laten kijken’. Mijn ouders waren vlassers geweest en op de hof stond een grote werkeloze vlasschuur die ik omtoverde tot ‘mijn werkplaats’. Zo bracht ik mijn gelukkige jeugd door.’
Sleutelen aan jeeps
‘Nadat ik de schoolbanken verliet vond ik niet echt gepast werk, de economie deed het niet goed toen. De oproepbrief van het leger viel in de bus en ik werd technieker in het leger. Daar mocht ik aan jeeps, vrachtwagens en wapens werken. Helemaal mijn ding. Er reden zelfs nog stokoude Minerva’s rond. Mijn legertijd vloog, tot mijn spijt, voorbij.’
‘Net afgezwaaid stond Kurt De Block aan mijn deur. Of ik niet bij autobussen Weyn in de garage wilde beginnen. Tja, autobussen dacht ik. Voorlopig kan ik daar al beginnen, we zien wel en 40 jaar later werkte ik daar nog. Hun werkplaats was niet modern maar er was alles wat ik wilde: freesmachine, draaibank, halfautomaat, enz. En het mooiste was dat ik het allemaal mocht gebruiken waarvoor nog steeds dank. Nu kon ik me echt verdiepen in mijn passie: oldtimer moto’s restaureren.’
Persoonlijke draai
‘Mijn allereerste was een Sarolea van 1949 van het Belgisch leger. Velen volgden, mijn laatste een FN van 1949. Ik heb ook vooroorlogse racemotoren gerestaureerd waarmee ik het circuit op ging of in Bilstein ging triallen met een 1968 Bultaco. Ik ben er dan ook trots op dat ik in meerdere oldimermagazines met een restauratie heb mogen pronken.’
‘Ik rijd graag met de motorfiets doch ik betrap mezelf steeds dat het werken aan en restaureren van, minsten even leuk is voor mij. Ik zie het zo: je begint met een onnoemelijk aantal onderdelen die je stuk per stuk in hun oude gedaante omtovert. Dan begin je op te bouwen en ziet je project groeien. Je doet opzoekingen hoe het origineel geweest is, gaat onderdelen opsporen, beurzen bezoeken, dingen terug chromeren, enz.’
‘Op het laatste geef je er een persoonlijke draai aan. De eeuwige uitdaging voor mij was steeds het originele te verbeteren. Betrouwbaarder maken. Dat was op mijn werk ook steeds mijn drijfveer. Als dat dan werkt ben je een tevreden man. Naar de eerste testrit kijk je dan maanden uit. Ik kan dan uren tevreden naar de moto kijken, als een beeldhouwer die geniet van zijn kunstwerk. Misschien klinkt dat raar maar zo voelt dat voor mij.’
Snelheidswedstrijden in Kemzeke
‘Eigenlijk zat het al van bij mijn geboorte in mijn bloed. Met grote ogen luisterde ik naar de avonturen van mijn vader. Hij wist me te vertellen dat er te Kemzeke in de jaren ’30 en ’40 snelheidswedstrijden werden verreden met de moto. Het dorp werd dan afgezet zoals de wielerkoers nu. Dan mocht iedereen van Kemzeke en uit de buurt mee rijden met zijn moto. De eerste 3 kregen een prijs en de bevolking mocht gratis komen kijken. Ook mijn vader reed mee met een DKW. Echter als de plaatselijke kampioen Gislain Calle meereed wist de rest dat ze voor de 2de plaats streden. Hij was het grote talent. Ook de motorcros in het Gelaag was zeer bekend. Lang vervlogen tijden…’
‘Mijn droom is nog steeds eens een evenement te organiseren op Kemzeke of Stekene met oude motorfietsen. Mischien komt dat er nog wel eens van.’
Quote:
‘Ik rijd graag met de motorfiets doch ik betrap mezelf steeds dat het werken aan en restaureren van, minsten even leuk is voor mij.’
Filip De Beleyr