Flamingo’s, dolfijnen, eekhoorns, glijbanen, zetels, zelfs waterijsjes en watermeloenen: bij het stijgen van de temperatuur gaat de verkoop van opblaasbare – je kunt het zo zot niet bedenken – figuren als een vuurpijl de hoogte in. Blijkbaar is lucht – eigenmondig of mechanisch geproduceerd – dan ook in de aanbieding. En dit om als balletjes in een waterige soep rond te dobberen. Met of zonder bruine of pijnlijk rode kleur achteraf als toemaatje.
In mijn jeugdjaren – ik klink waarschijnlijk als een oude zeur – namen we genoegen met een stugge luchtmatras, kleur bordeaux of donkerblauw. Met het opblazen ervan vulde je al een halve namiddag om maar te zwijgen van de vieze talgsmaak die je mond kurkdroog maakte. Af en toe dook er al eens een zwemband op maar dat was voor sissys – begrip toen nog onbestaande – die last hadden van watervrees. Natuurlijke putten en plassen, onbewaakte vijvers, van wie de eigenaars meestal niet kenden, werden ongevraagd ingepalmd. Het zwembad van de Koewacht en het Zomerhuis kostten geld dus dat was enkel voor hoogdagen of voor leeftijdsgenoten die in het bezit waren van voldoende pree, Stekens voor zakgeld voor de niet ingewijden.
Nu zijn een paar uurtjes waterpret enkel geslaagd als men gebruik maakt van een groot aantal felgekleurde figuren, trendy zwembadjes en een gans arsenaal aan waterpistolen – Zelensky zou er de oorlog mee kunnen winnen – al dan niet ingevoerd vanuit het veilige China of Taiwan. Overmoedige vaders met een onvervulde jongensdroom laten zich in dit seizoen overhalen tot de aankoop van een rubberboot met of zonder motor. Ervaring en vaarbrevet niet vereist met alle gevolgen van dien.
Of dit lijstje opblaasbare en opvulbare hebbedingen het eind van de zomer haalt laat ik in het midden. Volgens mij is het assortiment nogal lekgevoelig en zijn de containerparken in de maand september genoodzaakt om extra containers voor plastiek te laten aanrukken, maar dit is louter en alleen mijn bescheiden mening.
Vakantie zat er deze zomer voor ons niet echt in. Een totaal onverwachte golf op de woelige zee van het leven heeft ons uit ons rubberbootje gekatapulteerd. Meerdere malen zijn we kopje onder gegaan en de zilte nasmaak proef ik nog steeds in mijn mond. Reddingsvesten van de makelij FAMILIE en ECHTE VRIENDEN zorgden ervoor dat we niet tot op de bodem van de zee zonken. Terwijl anderen – soms uit onverwachte hoek – ons in hun boot hesen. Ze wreven ons warm met een deken van troostende woorden en attenties. Terwijl we versuft naar de uitzichtloze horizon tuurden luisterden ze naar ons verhaal, zonder oordeel, vaak in stilte. Maar het klappertanden blijft, voorlopig toch.
Hopelijk brengt het rustig deinen op de zee van het leven wat soelaas, kunnen we in de toekomst terug genieten van de glinstering op het water en de warme gloed van de opgaande en ondergaande zon. Wie weet wat er achter de horizon schuilt?