Toen ik mijn eerste stapjes als sportverslaggever zette stond er aan de aankomst van de koers een al even gloednieuw gezicht tussen de oude koersofficials. We zijn dertig jaar verder en is Filip Apers -51 ondertussen- opgeklommen tot één van de bekendste figuren in het Wase wielerleven en ver daarbuiten.
De living in de mooie woning in Klein-Sinaai ademt koers en al snel zal blijken dat niet alleen Filip gebeten is maar dat de tentakels zich ook naar het verleden en naar de toekomst uitspreiden. Maar wat drijft een mens in godsnaam om official of koersdirecteur te worden?
‘Ik heb nooit zelf gekoerst. Mijn ma was cafébazin in het clubhuis van Het Vliegend Wiel. In die tijden kwamen de mensen nog naar het café om naar de koers te kijken. Mijn broer Luc koerste wel, mijn vader was bestuurslid van Het Vliegend Wiel en ik zou hem vervangen. Maar de communicatie tussen de wielerbond en de inrichters liep toen heel mank. Dus besloot ik om op mijn 21ste official te worden. De jongste van het college, maar nu waren we plots wel van alles op de hoogte.’
Nationaal afgevaardigde
‘In 1994 begon ik aan twee jaar stage om regionaal afgevaardigde -zeg maar délégué- te worden. Vroeger was de opleiding enkel theorie. Nu kan je als kandidaat-official al na één jaar een praktijkexamen afleggen. Vijf jaar later werd ik nationaal afgevaardigde met toegang tot alle reeksen, zo was er dit jaar bijvoorbeeld Nokere Koerse. Ondertussen ben ik official voor Belgian Cycling, de overkoepelende organisatie van Cycling Vlaanderen. De meesten kennen mij als koersdirecteur van de Omloop van het Waasland maar als chauffeur voor Flanders Classics heb ik het EK in Hasselt en het WK in Leuven gedaan.’
Straatmeubilair
‘In die functie gaan wij samen met de organisatoren pakweg vier maand voor de koers het parcours al verkennen. Welke pijnpunten zijn er qua veiligheid en welke maatregelen worden voorzien op de dag van de wedstrijd? Straatmeubilair is één van de problemen, het zou handig zijn moesten die altijd met een heftruck kunnen weggenomen worden.’ Asverschuivingen en wegversmallingen daarentegen zijn niet aan te pakken. Dat zijn praktische problemen, het gebrek aan seingevers is een menselijk probleem. Die mensen staan daar voor een appel en een ei en komen (te) vaak in het oog van de storm. De mensen hebben geen geduld meer’, zucht Filip.
Scheidsrechters
Wij zochten Filip op als koersdirecteur maar dat is blijkbaar niet hetzelfde als een official. ‘De officials zijn steeds met drie. Noem ze gerust de scheidsrechters in de koers. Eén aan de aankomst, één voor de groep (na de rode vlag), één achter het grootste peloton. De koersdirecteur daarentegen is verantwoordelijk voor de veiligheid van de rode tot de groene vlag. Mogelijks rijdt hij ook mee in de karavaan maar meestal blijft hij in de buurt van de aankomst. Het Wase college telt acht officials.’
‘Ik maak de regionale aanduidingen ongeveer twee maanden op voorhand. Er zijn steeds koersen midden in de week, dan is het niet altijd evident om een samenstelling te vinden. Anderzijds zijn het verminderd aantal wedstijden tussen aanhalingstekens een voordeel. Maar als het echt moeilijk wordt is er altijd een wisselwerking tussen de naburige regio’s.’
Mont Ventoux
Het koersvirus heeft ondertussen het ganse gezin besmet. ‘Op vakantie hebben de twee zonen de Mont Ventoux beklommen. Dit jaar waren we met zijn allen aan de slag in de vijfdaagse Baloise Ladies Tour. Ikzelf voor de security, mijn vrouw Wendy in de VIP permanentie (nvdr: the place to be) en mijn zonen Cedric en Jarno in de technische ploeg. Dat laatste is niet te onderschatten, vijf dagen fysiek zwaar werk. Ondertussen koerst de jongste zoon Cedric bij de nieuwelingen. De eerste doelstelling is de koers uitrijden, dat lukt goed. In principe treed ik daar niet op als official en al zeker niet aan de meet. Als het toch niet anders kan en het komt tot een discutabele millimeterspurt zal ik Cedric als tweede klasseren. Ik heb dat jaren gedaan toen mijn broer nog koerste, ik was toen ook al een strenge en dat is nog niet veranderd’, besluit Filip.
Quote:
‘Straatmeubilair is één van de problemen, het zou handig zijn moesten die altijd met een heftruck kunnen weggenomen worden’
Filip Apers